‏ Leviticus 4:20

33) verzoening doen,

Dat is, aandienen het teken en het zegel der verzoening, die door den Middelaar geschieden zou. Zie boven, Lev. 1:4, en vergelijk 2 Cor. 5:19,20.

Le 1.4 2Co 5.19,20

34) vergeven worden.

Te weten, uit genade, door het geloof, om het uitgestorte bloed van Christus, Rom. 3:25, niet der beesten, Hebr. 10:4, welke bloedstorting slechts een voorbeeld was van Christus' offerande; Hebr. 10:1, enz.

Ro 3.25 Heb 10.4,1

‏ 2 Corinthians 5:21

52) gekend heeft, heeft Hij

Dat is, die van alle zonde vrij is geweest; 1 Petr. 2:22.

1Pe 2.22

53) zonde voor ons gemaakt,

Dat is, ene offerande voor de zonde, gelijk Lev. 7:2. Of, zonde, door toerekening van onze zonden, gelijk Hij ook gezegd wordt een vloek geworden te zijn; Gal. 3:13.

Le 7.2 Ga 3.13

54) rechtvaardigheid Gods

Dat is, rechtvaardigd voor God. Of, dat de rechtvaardigheid Gods ons zou toegerekend worden; Rom. 4:4,5, enz.

Ro 4.4,5

55) in Hem.

Namelijk Christus, ten aanzien dat wij in Hem zijn, en Zijn gerechtigheid ons wordt toegerekend; Rom. 8:1, enz.

Ro 8.1
Copyright information for DutKant