‏ Luke 1:2

3) die van den beginne zelven aanschouwers

Namelijk de apostelen en discipelen van Christus. Zie 1 Joh. 1:1.

1Jo 1.1

4) des Woords geweest zijn;

Dat is, der zaak, die hier beschreven wordt. Hebre‰n. Hoewel sommigen menen dat hierdoor Christus zelf verstaan wordt, gelijk hij alzo genaamd wordt Joh. 1:1.

Joh 1.1

‏ John 19:35

57) die het gezien heeft,

Namelijk Johannes zelf. Zie Joh. 19:27.

Joh 19.27

58) getuigd, en zijn

Namelijk dat bloed en water uit Zijne zijde gevloten is.

59) hetgeen waar is,

Grieks waarachtige; namelijk zaken.

60) geloven moogt.

Namelijk dat in Christus vervuld is hetgeen in het Oude Testament door de reiniging met water en door de bloedstorting der offeranden is afgebeeld geweest; te weten dat Hij door Zijnen dood ons verkregen heeft niet alleen vergeving der zonden, maar ook de reiniging der zonden door Zijn Heiligen Geest. Zie de aantekeningen 1 Joh. 5:6.

1Jo 5.6

‏ John 21:24

37) de discipel, die

Namelijk Johannes de evangelist.

38) wij weten, dat

Namelijk niet alleen ik, maar ook al de discipelen van Christus en de gehele gemeente.

‏ 1 John 1:1

1) van den beginne was,

Namelijk der schepping, dat is van alle eeuwigheid; zie Micha 5:1; Joh. 1:1; waarmede de Goddelijke natuur van Christus beschreven wordt; gelijk met de volgende woorden zijn menselijke natuur, naar welke hij gehoord, gezien en getast is, en in welke hij ook door wonderen en anderszins zijn heerlijkheid somwijlen heeft geopenbaard.

Mic 5.2 Joh 1.1

2) aanschouwd hebben,

Dat zegt meer dan gezien; want dat geschiedt dikwijls terloopt, maar hetgeen men aanschouwt, daarop let men met aandacht.

3) van het Woord

Dat is, van den Heere Jezus Christus, die het Woord door dezen apostel genoemd wordt; Joh. 1:1,14; 1 Joh. 5:7; Openb. 19:13. Zie de aantekeningen Joh. 1:1.

Joh 1.1,14 1Jo 5.7 Re 19.13 Joh 1.1

4) des levens;

Deze titel wordt het Woord, dat is den Zoon van God toegeschreven, omdat Hij dat eeuwig levende wezen van God in zichzelf heeft, en den schepselen het leven geeft, en ons het eeuwige leven niet alleen heeft verkondigd, maar ook verworven heeft en mededeelt. Zie Joh. 1:4, en Joh. 14:6.

Joh 1.4 14.6
Copyright information for DutKant