Luke 1:77
74) in vergeving hunner zonden. Of, tot, met. Galatians 3:12
40) is niet uit het geloof; Want de wet belooft het leven niet dengenen, die uit het geloof willen gerechtvaardigd worden, maar die de wet volmaakt onderhouden; hetwelk hij bewijst uit de belofte, die bij de wet wordt gedaan; Lev. 18:5; Ezech. 20:11. Le 18.5 Eze 20.11 41) die deze dingen doet, Of, gedaan zal hebben; namelijk volmaakt, gelijk Gal. 3:10. Ga 3.10 42) door dezelve Dat is, door zulke volmaakte onderhouding der wet. 43) leven. Namelijk eeuwiglijk, en dienvolgens daardoor gerechtvaardigd worden, indien hij de wet in alles volkomen zou onderhouden, hetwelk nochtans niemand doet noch doen kan; Rom. 3:9, enz. Ro 3.9 Ephesians 1:7
20) In Welken wij Namelijk geliefden Zoon Jezus Christus. Want gelijk wij van eeuwigheid in Hem zijn uitverkoren tot de zaligheid en tot de middelen der zaligheid, gelijk in Ef. 1:4,5,6 gezegd is, alzo is ook de uitvoering van dit eeuwige voornemen Gods in Hem en door Hem te zijner tijd volbracht. Eph 1.4,5,6 21) de verlossing Het Griekse woord betekent eigenlijk ene verlossing, die door betaling van rantsoen of prijs geschiedt. Zie Matth. 20:28; 1 Cor. 6:20; 1 Petr. 1:18, enz. Mt 20.28 1Co 6.20 1Pe 1.18 22) door Zijn bloed, Dat is, Zijn bloedige offerande aan het kruis volbracht; Hebr. 9:12, enz. Heb 9.12 23) de vergeving Namelijk welke de eerste vrucht is van deze verlossing voor degenen, die haar door het geloof zich toeigenen; Rom. 3:24,25; waarop de eeuwige zaligheid volgt; Rom. 8:30. Ro 3.24,25 8.30 24) den rijkdom Zijner Dat is, Zijn overgrote en overvloedige genade; Rom. 2:4; Ef. 2:7. Ro 2.4 Eph 2.7
Copyright information for
DutKant