‏ Luke 14:26

19) haat zijn vader,

Dat is, die deze boven mij liefheeft, gelijk verklaard wordt Matth. 10:37.

Mt 10.37

20) leven,

Grieks ziel; gelijk Matth. 16:25.

Mt 16.25

‏ Ephesians 5:21

28) onderdanig

Of, onderworpen, dat is, een ieder naar zijn beroep den ander met eerbieding voorgaande of elkander in nederigheid bejegenende; Filipp. 2:3.

Php 2.3

29) in de vreze Gods.

Dat is, alzo nochtans, dat de vreze Gods altijd regel en richtsnoer zij van uwe onderdanigheid.

Copyright information for DutKant