Luke 19:9
11) huize zaligheid geschied, Dat is, huisgezin; alzo de huisvader in Christus gelovende, het gehele huisgezin in het verbond ook gerekend wordt, volgens de belofte Gen. 17:7; Hand. 2:39, en Hand. 16:15,33, tenzij dat zij door hunne ongelovigheid deze genade verwerpen. Ge 17.7 Ac 2.39 16.15,33 12) een zoon van Abraham is. Namelijk niet alleen naar het vlees, maar ook naar de belofte; Rom. 9:8. Ro 9.8Acts 10:43
43) door Zijn Naam. Dat is, door Hem, of om zijnentwil, als die ene offerande voor onze zonden is geworden, en daardoor een eeuwige verzoening voor allen die in Hem geloven heeft teweeggebracht; Hebr. 5:9, en Hebr. 9:12. Heb 5.9 9.12Acts 11:14
6) woorden tot Of, zaken, dingen. 7) door welke gij Grieks in welke; namelijk zo gij die met waar geloof aanneemt, gelijk uitgedrukt staat Hand. 10:43. Zie breder verklaring van Hand. 11:14 Luk. 19:9. Ac 10.43 11.14 Lu 19.9
Copyright information for
DutKant