Mark 16:1
1) hadden Maria Magdalena, en Maria, Of, hebben; doch dit woord hadden komt hier beter, omdat de specerijen des avonds v¢¢r den sabbat nu al gekocht waren, gelijk Lukas verklaart, Luk. 23:56. Lu 23.56 2) zalfden. Dat is, balsemden. Luke 24:1
1) eersten [dag] Grieks op ene. 2) der week, Grieks der sabbaten. Zie Matth. 28:1; Mark. 16:2. Mt 28.1 Mr 16.2 3) zeer vroeg in den morgenstond, Zie hiervan de aantekeningen Mark. 16:2. Mr 16.2 4) sommigen met haar. Namelijk andere vrouwen, van welke zie nader Luk. 24:10. Lu 24.10
Copyright information for
DutKant