‏ Mark 6:3

5) timmerman,

Dewijl Jozef een timmerman was, Matth. 13:55, zo is het waarschijnlijk dat Christus hem in dit handwerk geholpen heeft, totdat Hij zijn leerambt heeft aangevangen; hetwelk ook een deel Zijner vernedering geweest is, Luk. 2:51.

Mt 13.55 Lu 2.51

6) broeder van Jakobus

Dat is, neef; zie de aantekeningen Matth. 13:55.

Mt 13.55

‏ John 6:41

53) over Hem, omdat

Of, daarover.

‏ John 6:52

66) streden onder elkander,

Namelijk met woorden, dat is, twistten.

‏ John 6:66

Copyright information for DutKant