‏ Matthew 10:6

10) Isra‰ls.

Dat is, Joden, die als dwalende schapen zonder oprechtleraars waren. Deze moest het Evangelie eerst gepredikt worden; Matth. 15:24; Hand. 13:46.

Mt 15.24 Ac 13.46

‏ Matthew 15:24

19) dan tot de verloren schapen

Namelijk voor dezen tijd, omdat de roeping der heiden nog niet gekomen was.

‏ Acts 13:46

57) niet waardig oordeelt,

Dat is, onwaardig en hardnekkig verklaart en betoont te zijn.

‏ Acts 28:25

42) scheidden zij;

Of, zij worden van hem gelaten; namelijk met een voornemen van de hardnekkigen bij zich niet meer te roepen, ten ware zij zich beter bedachten.

43) [dit] ene woord

Dat is, rede, of waarschuwing; want met deze volgende waarschuwing liet hij hen gaan, om hen dezen prikkel in hun hart te laten, of zij zich daarna mochten bedenken en bekeren.

44) de Heilige Geest

Die Jes. 6:9 deze woorden spreekt, is de Heere der heerlijkheid, gezeten op zijnen troon, omringd zijnde van zijne engelen. Waaruit blijkt dat dan de Heilige Geest deze zelfde Heere der heerlijkheid is; gelijk ook van den Zoon Gods ditzelfde betuigd wordt; Joh. 12:41. Zo zijn dan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoveel het wezen aangaat, een enig God, hoewel in personen onderscheiden.

Isa 6.9 Joh 12.41
Copyright information for DutKant