Matthew 13:11
6) gegeven is Namelijk van God, uit genade, maar zijn welbehagen; Gal. 1:15; Matth. 16:17. Ga 1.15 Mt 16.17 7) niet gegeven. Want het Evangelie is bedekt degenen, die verloren gaan: 2 Cor. 4:3. 2Co 4.3 1 Corinthians 4:1
1) uitdelers der Gr. Oikonomous. Dat is, huisverzorgers, of uitdelers van Gods huis. Namelijk in het uitdelen en bedienen van Zijn Woord en Zijne sacramenten, 1 Cor. 2:7. Zie van dit woord Luk. 16:1. 1Co 2.7 Lu 16.1 1 Corinthians 13:2
6) der profetie had Zie van deze gave Rom. 12:7, en 1 Cor. 12:10. Ro 12.7 1Co 12.10 7) wist al de verborgenheden Zie ook van deze gave 1 Cor. 12:8,10. 1Co 12.8,10 8) geloof had, zodat ik Namelijk om allerlei wonderen te doen. Zie 1 Cor. 12:9,10. 1Co 12.9,10 9) verzette, en de liefde Dat is, een van de grootste wonderen deed, hoedanig zou zijn het verzetten van een berg van de ene plaats in een andere. 10) zo ware ik niets. Dat is, zo waren de gaven mij niet nut en dienstig ter zaligheid.
Copyright information for
DutKant