Matthew 17:3

4) Mozes en Elia,

Of Mozes met zijn eigen lichaam is verschenen, of dat hij voor een tijd een ander heeft aangenomen, gelijk somtijds de engelen hebben gedaan is onzeker. Doch dit is zeker, dat zij beiden aldaar in hun eigen personen zijn verschenen.

5) samensprekende.

Namelijk van zijn uitgang, wleken Hij zou hebben te Jerzalem; Luk. 9:31.

Lu 9.31

Luke 9:30

John 4:34

33) en Zijn werk

Namelijk dat mij de Vader opgelegd heeft om het Evangelie te prediken, als de mensen tot mij komen, gelijk de Samaritanen terstond doen zouden.

34) volbrenge.

Of, voleinde.

John 6:38

49) uit den hemel

Zie hiervan de verklaring Joh. 6:33.

Joh 6.33

50) Mijn wil zou

Dat is, hetgeen mij alleen zou behagen en niet den Vader.

Revelation of John 4:2

5) werd ik in den geest;

Dat is, in een nieuwe vertrekking of verheffing van zinnen door den Geest, gelijk hiervoren, Openb. 1:10.

Re 1.10

6) er was een troon gezet in den hemel,

Dit gezicht vergelijken velen met het gezicht, dat Jesaja, Jes. 6:1, en Ezechi‰l, Ezech. 1:4, gezien heeft van de majesteit Gods in den hemel. Er zijn zonder twijfel verscheidene dingen in dit gezicht, welker gelijke ook in die andere worden gevonden. Alleen dient dit daarbij aangemerkt, dat dit gezicht, gelijk ook de andere, vele dingen ontleend heeft aan den tabernakel of tempel van het Oude Testament, welke Mozes bevolen was te maken naar het voorbeeld dat hem op den berg was getoond, gelijk te zien is Exod. 25:8,9,40; Hebr. 8:5, en Hebr. 9:24. Waardoor vele delen en eigenschappen van dit en de volgende gezichten te beter kunnen verstaan worden, gelijk in het vervolg breder zal blijken.

Isa 6.1 Eze 1.4 Ex 25.8,9,40 Heb 8.5 9.24

7) er zat Een

Namelijk God de Vader, die deze openbaring van Christus Jezus heeft gegeven, gelijk uitgedrukt is Openb. 1:1; hetwelk ook blijkt uit de vergelijking met Openb. 4:6,7, waar Christus het verzegeld boek neemt uit de hand desgenen die op den troon zat.

Re 1.1 4.6,7

8) op den troon.

Namelijk als een rechter van allen, en in het bijzonder als een koning en beschermer Zijner gemeente. Doch hier moet opgemerkt worden, dat deze troon, waar de donderslagen uit voortkomen, wordt gezegd te zijn in den tempel des hemels. Openb. 16:17,18; dat ook het altaar voor dezen troon Gods staat, Openb. 8:3, en Openb. 9:13; waarin de ark der getuigenis wordt gezien, Openb. 11:19, en waaruit de engelen van Gods aanschijn als Cherubijnen uitgezonden worden, Openb. 14:15,17,18; welke alle, en andere dergelijke op het voorbeeld van den tempel en den tabernakel wijzen, hoewel zulks hier in den hemel is gezien.

Re 16.17,18 8.3 9.13 11.19 14.15,17,18

Revelation of John 14:17

41) een andere

Enigen verstaan dit ook van Christus Jezus, die onder verschillende gedaanten, als een rechter over goeden en kwaden wordt ingevoerd; hoewel anderen dit verstaan van een voornamen geschapen engel, de nevens zich andere engelen had, welke de ergernissen en goddelozen van de aarde zouden vergaderen, om onder het oog van Christus, zittende op den rechterstoel, te brengen, en daar hun vonnis te doen ontvangen en in de hel te werpen; gelijk Christus, met de kracht Zijner engelen vergezelt, het vonnis over hen zal uitspreken en uitvoeren; Matth. 13:41,42, en 2 Thess. 1:7, enz.

Mt 13.41,42 2Th 1.7
Copyright information for DutKant