Matthew 23:37
43) uwe kinderen Dat is, uwe inwoners. 44) hebt niet gewild. Dat is, gij hebt zulks altijd gezocht te verhinderen, zie Matth. 23:13, en nochtans heeft Christus, tegen hun dank, al de zijnen uit hen vergaderd; Jes. 1:8; Rom. 9:29. Mt 23.13 Isa 1.8 Ro 9.29 John 1:11
26) het Zijne, en Of, in Zijn eigen; namelijk land, of volk, dat is, tot het Isralietische volk, uit hetwelk Hij Zijn menselijke natuur heeft aangenomen, Rom. 9:5, en hetwelk Hij tot Zijn eigendom had verkoren, en tot hetwelk Hij bijzonder gekomen is, niet alleen na Zijne menswording door de predikatie des Evangelies, maar ook v¢¢r Zijne menswording door velerlei verschijningen, openbaringen en verlossingen, Deut. 7:6; Ps. 147:19,20. Ro 9.5 De 7.6 Ps 147.19,20 27) de Zijnen hebben Dat is, het merendeel van die Isralieten, die tot het uitwendig verbond behoorden, en daarom de Zijnen hier genaamd worden. 28) aangenomen. Namelijk door een waar geloof.
Copyright information for
DutKant