Matthew 24:38

46) etende en drinkende,

Dat is, zorgeloos en vleselijk levende zonder vreze Gods, Jud. 1:12.

Luke 17:28-29

1 Thessalonians 5:3

5) zij zullen zeggen

Namelijk de wereldse en goddeloze mensen.

6) zeggen

Namelijk •f met woorden, •f tenminste in hun hart, gelijk Ps. 14:1.

Ps 14.1

7) zonder

Gr. zekerheid, dat is, daar is geen ongeval te vrezen. Zie Matth. 24:37, enz.

Mt 24.37

8) een

Of, onvoorziens; Luk. 21:34.

Lu 21.34
Copyright information for DutKant