Matthew 3:8
10) waardig; Dat is, betamelijk, of met de ware bekering overeenkomende. John 15:2
3) Alle rank, Grieks alle rank in mij geen vrucht dragende; dat is, een iegelijk die mij uiterlijk alleen belijdt, en evenwel van harte niet gelooft. 4) vrucht draagt, Namelijk des geloofs in zijn leven niet voortbrengt. 5) neemt Hij weg; Dat is, Hij snijdt ze af, en werpt ze uit Zijne gemeenschap. 6) reinigt Hij, Dat is, Hij zuivert ze, namelijk door Zijn Woord en Geest, en ook door kruis en lijden. John 15:16
38) uitverkoren, maar Namelijk eerst om uw Heere en Zaligmaker te zijn. 39) uitverkoren, en Namelijk uit de wereld om mijne vrienden te zijn en u zalig te maken, Joh. 15:19. Joh 15.19 40) gesteld, dat Dat is, daartoe geroepen. 41) heengaan en Namelijk door de ganse wereld, om met leren en goede voorbeelden de mensen te bekeren. 42) wat gij van Namelijk nodig en dienstig tot voortbrenging dezer vruchten. Galatians 5:22
79) de vrucht des Geestes Dat is, de werken, die de Geest Gods in de wedergeborenen werkt; en uit welke de wedergeboorte bekend wordt. 80) blijdschap, Namelijk door den Heiligen Geest, Rom. 14:17; ontstaande uit de verzekering, dat wij vrede met God hebben. Ro 14.17 81) geloof, Dat is, trouw in de belofte en bediening zijns ambts. 82) matigheid. Of, kuisheid, onthouding van onbehoorlijk lusten.
Copyright information for
DutKant