Matthew 9:24
31) niet dood, maar slaapt. Namelijk om dood te blijven alzo Christus voorhad haar te verwekken. Anders wordt de dood gezegd geen dood maar een slaap te zijn, vanwege de algemene opstanding; Joh. 11:11. Joh 11.11 Acts 20:9
20) overvallen zijnde, Of, in een diepen slaap gevallen zijnde. Grieks henen weggenomen, afgevoerd. 21) lang [tot hen] Grieks zeer veel handelde. 22) nederstortende, Of, nedergestort zijnde.
Copyright information for
DutKant