Nehemiah 13:9
22) gaf ik bevel, Hebreeuws, ik zeide; zie 2 Kron. 29:24,27; Job 9:7; Esth. 9:25, en vergelijk Gen. 1:3; Jona 2:10 met de aantekening. Of, ik zeide dat zij de kamers zouden reinigen. Alzo onder, Neh. 13:19. 2Ch 29.24,27 Job 9.7 Es 9.25 Ge 1.3 Jon 2.10 Ne 13.19Nehemiah 13:19
48) schaduw gaven, Of, overschaduwd waren; dat is, tegen den avond, als de zon begon onder te gaan. 49) bevel gaf, Hebreeuws, zeide; gelijk boven, Neh. 13:9. Ne 13.9Jonah 2:10
26) sprak tot den vis Hebr. eigenlijk, zeide. Gods zeggen is zijn gebieden, regeren, beschikken en doen. Zie Gen. 1:3. De zin is: Hij regeerde deze vis alzo, dat hij dat deed. Ge 1.3 27) het droge Dat is, op het land, gelijk boven Jona 1:9, Jona 1:13. Jon 1.9,13
Copyright information for
DutKant