Nehemiah 2:13-15
29) Dalpoort, Dat is, waar deze poort tevoren geweest was en naderhand weder opgebouwd is; zie Neh. 3:13, alzo van de volgende. Ne 3.13 30) Drakenfontein, Of, Slangenfontein. Hierdoor wordt door sommigen verstaan de fontein des waters Siloa, als gaande zeer stillekens en zachtjes, gelijk of een slang kroop. Zie Jes. 8:6, en onder, Neh. 3:15. Isa 8.6 Ne 3.15 31) Mistpoort, Waar men de vuiligheden uitbracht naar de beek Kidron, zo enigen menen. 32) brak Om eigenlijk te weten wat er aan schortte, en wat er aan te doen was. Anders, ik lette op de muren, enz., hoe ze gescheurd waren, enz., alzo ook Neh. 2:15. Ne 2.15 33) haar poorten Te weten, van Jeruzalem. 34) Fonteinpoort, Waar men ging naar de fontein van het water Siloa, gelijk enigen afnemen uit Neh. 3:15. Ne 3.15 35) vijver; Zie onder, Neh. 3:15,16; 2 Kon. 18:17, en 2 Kon. 20:20. Ne 3.15,16 2Ki 18.17 20.20 36) geen plaats Vanwege de steenhopen van den vervallen en gebroken muur, zodat hij te voet moest gaan. 37) door de Anders, bij. 38) beek, Kidron; zie daarvan 2 Sam. 15:23, of Gihon, zo anderen menen. Zie daarvan 2 Kron. 32:30, en 2 Kron. 33:14. 2Sa 15.23 2Ch 32.30 33.14 39) brak aan den muur; Zie Neh. 2:13. Ne 2.13
Copyright information for
DutKant