‏ Nehemiah 3:8

22) van een der apothekers;

Hebreeuws, een zoon der apothekers: hetwelk sommigen verstaan zoveel te zijn als apotheker.

23) lieten

Dat is, zij lieten het volgende deel des muurs zo het was, dewijl het nog goed en sterk genoeg gebleven was. Anderen verstaan dat er een binnenmuur was, de bovenstad van de benedenstad afscheidende, dien zij, als voor het eerst niet nodig, oversloegen, om het nodigste werk te bevorderen. Anders, zij richtten op. Vergelijk Exod. 23:5.

Ex 23.5

‏ Nehemiah 4:2

4) tegenwoordigheid

Hebreeuws, voor het aangezicht.

5) heir

Om het krijgsvolk tegen de Joden op te hitsen en gaande te maken.

6) Zal men hen

Anders, zullen zij het oprichten, of opbouwen?

7) in een dag

Of, in dezen dag, alsof hij zeide: Menen zij het op dien dag te voleinden, op welken zij het hebben begonnen of besloten? Het zal hun mislukken.

8) levend maken,

Dat is, in vorigen stand herstellen.

Copyright information for DutKant