Numbers 10:10

11) vrolijkheid,

Dat is, wanneer de HEERE nu een merkelijke straf afgenomen, of zonderlinge weldaad bewezen zal hebben; waarover zij dan vrolijk waren en God openlijk in de vergadering dankten. Zie Ps. 48, en Ps. 118.

12) gezette hoogtijden,

In welke hun de eerlijke vreugde niet alleen toegelaten, maar ook bevolen was; Deut. 16:14.

De 16.14

13) beginselen uwer maanden,

Hebreeuws, hoofden; alzo onder, Num. 28:11. Zie hiervan een exempel Neh. 8, vergelijk vers 1 met vers 10 en 11.

Nu 28.11 10.1,10,11

14) ter gedachtenis zijn

De zin is, dat de Heere hun genadig zou wezen en goeddoen, wanneer zij naar zijn bevel samen zouden komen, om Hem voor zijn weldaden te loven en te danken. Vergelijk hiermede Num. 10:9 en de aantekeningen.

Nu 10.9

Ecclesiastes 3:11

17) Hij heeft ieder ding

Te weten, God; die maakte alle dingen alzo, dat het schoon en fraai is en alles ter bekwamer tijd geschiedt, alhoewel bij de mensen grote veranderingen vallen.

18) schoon gemaakt

Of, fijn, hups, fraai, welgemaakt.

19) de eeuw

Dat is, een natuurlijke genegenheid tot de onderzoeking der eeuwen en tijden en wat daarin geschied is. Anders: de eeuwigheid; dat is een genegenheid, strekkende tot onderzoeking van hetgeen eeuwig en oneindig is; of een genegenheid, strekkende tot de eeuwigheid.

20) in hun hart

Te weten, in het hart der mensen.

21) kan uitvinden,

Te weten, volkomenlijk en door ijn eigen vernuft en verstand.

22) van het begin

Hebr. van het hoofd tot het einde.

Ezekiel 40:1

1) wegvoering,

Met den koning Jojachin; zie boven Ezech. 1:2, en Ezech. 24:1, en Ezech. 33:21.

Eze 1.2 24.1 33.21

2) begin des jaars,

Hebreeuws, het hoofd des jaars; dat de Joden houden voor het begin van het burgerlijke jaar. Anderen verstaan het van het kerkelijke jaar.

3) maand,

Versta, de eerste maand.

4) stad

Jeruzalem. Zie boven Ezech. 33:21, en Ezech. 24:1,2, met de aantekening aldaar.

Eze 33.21 24.1,2

5) even op dienzelfden dag,

Zie boven Ezech. 2:3, en Ezech. 24:2, met de aantekening. Hebreeuws, in het been, of in de kracht des daags.

Eze 2.3 24.2

6) hand des HEEREN op mij,

Zie boven Ezech. 1:3.

Eze 1.3

7) derwaarts.

Te weten in het land Isra‰l; versta in een gezicht, gelijk volgt.

Copyright information for DutKant