‏ Numbers 11:1

1) als het volk zich was beklagende,

Anders, en het volk was als zich beklagende; dat is, zeer klagend; of, zich treurig, moeilijk, ongezind, met veel tegenspreken aanstellende. De oorzaak hiervan schijnt geweest te zijn het ongemak en de moeilijkheid der reis.

2) [dat] het kwaad was

Dat is, mishaagde den Heere. Alzo wordt iemand gezegd kwaad te zijn in des Heeren ogen, voor degenen, die Hem mishaagt. Zie Gen. 38:7. Vergelijk onder, Num. 11:10, en de aantekeningen.

Ge 38.7 Nu 11.10

3) het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde,

Hetwelk de Heere uit den hemel over hen wonderbaarlijk had doen vallen, hetzij door den bliksem of anderszins, zodat zij wel bemerkten dat het van den Heere voortkwam, om hen over hun boos en verkeerd klagen te straffen. Vergelijk 2 Kon. 1:10, en zie de aantekeningen.

2Ki 1.10
Copyright information for DutKant