Numbers 22:23
26) uitgetrokken zwaard in Zijn hand; Dat was een teken des toorns en der wraak, gelijk Joz. 5:13, en 1 Kron. 21:16. Jos 5.13 1Ch 21.16 27) sloeg Bileam de ezelin, Te weten, met zijn stok, Num. 22:27. Nu 22.27 Numbers 22:31
Judges 8:20
Judges 9:54
Judges 20:2
7) hoeken des gansen volks Dat is, van alle, ook de uiterste kwartieren. Anders, alle hoofden des volks; verstaande, dat die de hoeken des volks genoemd worden bij gelijkenis, als zijnde de voornaamsten, en de vastigheid des volks, gelijk de hoeken in een huis. 8) zwaard uittrokken. Zie boven, Richt. 8:10. Jud 8.10 Judges 20:25
46) velden Hebreeuws, verdierven. 47) allen trokken het zwaard uit. Dat is, deze allen waren strijdbare mannen; zie Richt. 20:15,17. Jud 20.15,17 1 Samuel 31:4
6) met mij den spot drijven. Te weten, wanneer zij, mij gevangen krijgende, mij allen schimp en hoon zouden aandoen, en zouden mij dan nog eindelijk een smadelijken dood doen sterven. De Filistijnen, Saul niet levend kunnen krijgen, hebben zijn dood lichaam veel smaadheid aangedaan, onder 1 Sam. 31:9,10. 1Sa 31.9,10 7) viel daarin. Dat is, hij doorstak zichzelven, alzo ook 1 Sam. 31:5. 1Sa 31.5 Job 20:4
8) [God] Vergelijk boven, Job 3:20. Alzo onder, Job 20:23, waar het woord God ook ingevoegd is. Job 3.20 20.23 Job 20:23
44) zij [wat] Dat is, genomen, dat er enige voorraad der spijs en drank zij om hem te verzadigen. 45) regenen Te weten, zijn plagen en rechtvaardige straffen. Vergelijk Ps. 11:6. Ps 11.6 46) op zijn spijze. Te weten, dat zij hem niet bekome. Anders, als hij eer. Vergelijk Num. 11:33. Nu 11.33 Job 21:17
29) Hoe dikwijls Hij wil zeggen: Niet zeer dikwijls; alzo onder, Job 21:20. Hij staat wel toe dat het somtijds gebeurt hetgeen Zofar gedreven had, boven, Job 20:5, en Bildad, boven, Job 18:5, maar loochent zulks dikwijls te geschieden, veelmin altijd. Alzo in het volgende. Job 21.20 20.5 18.5 30) de lamp Dat is, zijn voorspoed en welvaren. Zie boven, Job 18:5. Job 18.5
Copyright information for
DutKant