Numbers 23:22

27) eenhoorn.

De eenhoorn wordt in de Heilige Schrift geroemd vanwege zijn kracht, onder, Num. 24:8; Deut. 33:17; Job 39:12; Ps. 22:22, en Ps. 92:11. Dit beest is te dien tijde bekend geweest, maar wat het eigenlijk is weet men nu niet.

Nu 24.8 De 33.17 Job 39.9 Ps 22.21 92.10

Numbers 24:8

14) breken,

Hebreeuws, uitbenen; dat is, het been uit het vlees trekken.

1 Samuel 2:1

1) in den HEERE;

Te weten, dewijl Hij mij deze grote weldaad bewezen heeft, dat Hij mij dezen zoon gegeven heeft.

2) mijn hoorn is verhoogd

Dat is, ik heb als een nieuwe kracht van den Heere ontvangen; ik ben nu welgemoed en onversaagd. Het is een gelijkenis genomen van de gehoornde beesten, die hun meeste sterkte en ook hun versiersel in de hoornen hebben. Zie Ps. 92:11.

Ps 92.10

3) mijn mond is wijd opengedaan

Alsof zij zeide: Nu mij de Heere dezen zoon gegeven heeft, nu durf ik met open mond spreken tegen mijn vijanden, inzonderheid tegen Peninna, haar kinderen en vrienden, die mij mijn onvruchtbaarheid verweten hebben.

4) want ik verheug mij

Anders, want gij hebt mij verheugd mits uw heil.

5) in Uw heil.

Dat is, in de gelukzaligheid, die Gij mij gedaan hebt, o Heere.

2 Samuel 22:3

4) God is mijn Rots,

Hebreeuws, God mijn rotssteens.

5) betrouwen;

Of, tot Hem toevlucht nemen; alzo 2 Sam. 22:31. Vergelijk Ruth 2:12.

2Sa 22.31 Ru 2.12

6) Hoorn mijns heils,

Dat is, die mij met zijn sterkte voorvecht, beschermt en behoudt; een gelijkenis genomen van de beesten, die zich met de hoornen verweren en beschermen. Vergelijk Num. 23:22, en Num. 24:8; Deut. 33:17.

Nu 23.22 24.8 De 33.17

7) Hoog Vertrek

Hebreeuws, hoogte, hoge plaats. Als een hoogte, waar ik mij berg en verzekerd ben. Deze en andere gelijkenissen zijn genomen van de middelen, die men toen gebruikte om zich voor der vijanden geweld te verbergen en te beschermen, als op rotsen, hoogten, torens, bergen, vestingen, enz.

Job 16:15

35) over mijn huid

Versta, den zak, dien hij aan zijn huid getogen had, als hij al de droeve tijdingen gehoord had van het verlies zijner beesten en zijner kinderen. De zin is, dat die zak nu zo aan zijn huis, welke vol etter en verzwering was, vastkleefde, dat hij scheen daaraan genaaid te wezen.

36) mijn hoorn

Dat is, mijne eer, aanzien en vermogen is teniet geworden en veranderd in schande, verachting en armoede. Alzo is het woord hoorn voor eer, macht, hoogheid, enz. genomen. Zie Deut. 33:17, en het woord stof voor schande, verachting, zwarigheid, nietigheid, onvermogen, nederheid. Zie 1 Kon. 16:2. Of men kan door den hoorn verstaan [bij gelijkenis van de beesten] het hoofd, hetwelk zij in rouw met stof bestrooiden.

De 33.17 1Ki 16.2

37) het stof gedaan.

Dat is, vuil gemaakt.

Psalms 22:21

29) ziel

Dat is, mijn persoon, of leven, en zo in het volgende. Zie Gen. 12:5; Gen. 19:17.

Ge 12.5 19.17

30) zwaard,

Dat is, van dezen scherpen en bitteren strijd, dit vijandiglijk en dodelijk geweld, deze wrede vervolging en verwonding, ja den dood zelf; gelijk het woord zwaard somtijds genomen wordt voor al zulke gevolgen van zwaard en oorlog. Zie Jer. 25:16,27,29. Ezech. 38:21, enz.

Jer 25.16,27,29 Eze 38.21

31) eenzame

Of, enige, eenlijke; dat is, mijne ziel, die, als een enig kind, [wwarvan dit woord ook elders gebruikt wordt, gelijk Gen. 22:2. Richt. 11:34. enz.] alleen en van alle hulp ontbloot is. Alzo wordt het Hebr. woord ook gebruikt Ps. 35:17. Verg. Ps. 25:16; Ps. 68:7.

Ge 22.2 Jud 11.34 Ps 35.17 25.16 68.6

32) geweld

Hebr. van de hand. Zie Job 5:20. honds; dat is, der honden, zie Ps. 22:17. Men kan hier en in het volgende vers. ook verstaan den duivel, die een vorst dezer wereld genoemd en bij een briesende leeuw vergeleken wordt, Joh. 14:30. Ef. 6:12. 1 Petr. 5:8. Zie het volgende Ps. 22:22.

Job 5.20 Ps 22.16 Joh 14.30 Eph 6.12 1Pe 5.8 Ps 22.21

Psalms 75:4-5

9) versmolten;

Vanwege de vorige beroerten, allerlei ongebondenheid, schrik en vrees; alzo Joz. 2:9. Verg. Deut. 1:28.

Jos 2.9 De 1.28

10) vastgemaakt.

Of, gerecht, recht gesteld. Ik heb begonnen alles in goede orde [in religie, politie en justitie] in Juda te herstellen, en zal zo, door Gods genade, voortgaan.

11) Sela.

Zie Ps. 3:3.

Ps 3.2
12) onzinnigen:

Zie van het Hebr. woord Ps. 5:6.

Ps 5.5

13) hoorn

Dat is, weest niet trots en hoogmoedig op uw macht en heerlijkheid. Zie Deut. 33:17, en onder Ps. 75:11.

De 33.17 Ps 75.10

Psalms 75:10

Copyright information for DutKant