Numbers 35:12

13) [bloed]wreker;

Zie Num. 35:19,21,24,27, waar hij bloedwreker genoemd wordt.

Nu 35.19,21,24,27

14) sterve,

Van de hand des bloedwrekers. Zie Deut. 16:6.

De 16.6

Numbers 35:30

30) de ziel slaat,

Dat is, een mens of persoon het leven beneemt; hetwelk sommigen hier verstaan van het straffen des doodslagers.

31) zal men den doodslager doden,

Dit ziet op den rechter, of bloedwreker, die een doodslager niet mocht doden zonder voorafgaande wettelijke overtuiging.

32) dat zij sterve.

Hebreeuws, om te sterven; dat is, men zal niemand doden op eens mensen getuigenis alleen.

Deuteronomy 19:12

18) zijner stad zenden,

Dat is, de oudsten van de plaats, waar de doodslager woonachtig is, of tehuis behoort.

Copyright information for DutKant