Philippians 1:6
8) Hij, Die Namelijk God de Vader. 9) een goed werk Namelijk des geloofs in Christus en der bekering tot God. 10) voleindigen Dat is, meer en meer zal vermeerderen, versterken en bewaren. 11) op den dag van Namelijk op welken Christus u uit dit leven tot Zich zal nemen, of uit de doden zal opwekken ten uitersten dage des oordeels. 1 Thessalonians 1:3
6) het Of, uw werk des geloofs; dat is, uw geloof dat God in u werkt, en dat niet ledig is, maar zijne vruchten en werkingen voortbrengt. Gelijk de arbeid der liefde voor de arbeidzame liefde en de verdraagzaamheid der hoop, voor de lijdzame en verdraagzame hoop wordt gesteld. Zie 1 Cor. 13:13; Gal. 5:6; Jak. 2:17, enz. 1Co 13.13 Ga 5.6 Jas 2.17 7) voor Sommigen voegen dit bij het voorgaande woord gedenkende, alzo dat dit de zin is: gedenkende in onze gebeden voor God. Anderen voegen het bij de naastvoorgaande woorden, geloof, liefde en hoop voor God, om de oprechtheid derzelve te kennen te geven, alzo dat zij als in Gods tegenwoordigheid zich in deze deugden bevlijtigden. Zie dergelijke wijze van spreken Gen. 17:1; Luk. 1:6. Ge 17.1 Lu 1.6
Copyright information for
DutKant