Proverbs 11:15

37) iemand

Dit woord moet meermalen tot vervulling van den zin in onze taal ingevoegd worden, gelijk Exod. 22:9; onder Spreuk. 20:16, en Spreuk. 27:13, enz.

Ex 22.9 Pr 20.16 27.13

38) voor

Dit woord is hier ingevoegd uit Spreuk. 6:1.

Pr 6.1

39) een vreemde

Zie boven Spreuk. 6:1.

Pr 6.1

40) zekerlijk

Hebreeuws, verbrekende verbroken worden; te weten, •f door de zorg en moeite, die hij zal hebben, •f door de schade, die hij zal lijden, •f door beide.

41) degenen

Dat is, die tot een teken van de beloofde betaling in de hand slaan. Zie boven Spreuk. 6:1, en de aantekening.

Pr 6.1

42) zeker.

Of, gerust.

Proverbs 27:13

26) Als

Zie de verklaring van Spreuk. 27:12 boven Spreuk. 20:16.

Pr 27.12 20.16
Copyright information for DutKant