Proverbs 15:1

1) antwoord

Of, rede; alzo onder Spreuk. 15:23, en Spreuk. 16:1; gelijk het woord Anah niet alleen betekent antwoorden, maar ook ene rede aanvangen. Zie Richt. 18:14.

Pr 15.23 16.1 Jud 18.14

2) smartend

Hebreeuws, een woord der smart, moeite, of pijn, dat is, smartelijk, moeilijk, pijnlijk en hard om te horen.

Proverbs 15:28

57) bedenkt

Dat is, giet niet onbedachtelijk uit al wat op de lippen komt, maar bedenkt tevoren rijpelijk wat goed en stichtelijk is omgesproken te worden.

58) om te antwoorden;

Dat is, om enige rede aan te vangen. Zie Richt. 18:14.

Jud 18.14

59) kwade dingen

Dat is, onstichtelijke en schadelijke.

60) uitstorten.

Zie van het Hebreeuwse woord Ps. 19:3, en boven Spreuk. 1:23.

Ps 19.2 Pr 1.23

Proverbs 16:1

1) schikkingen

Versta, de gedachten, die de mens in zijn hart zich ordelijk voorstelt en voorneemt, doch de krachtige regering Gods geenszins uitgesloten zijnde. Zie onder Spreuk. 21:1.

Pr 21.1

2) antwoord

Het Hebreeuwse woord betekent wel eigenlijk antwoorden; maar het wordt ook voor allerlei reden en aanspraak genomen; zie boven Spreuk. 15:1.

Pr 15.1

3) is van den HEERE.

Te weten, onder hetwelk zij niet kunnen uitspreken wat zij bedacht hebben, noch uitrichten wat zij besproken hebben.

Daniel 2:20

54) antwoordde en zeide:

Zie boven Dan. 2:15.

Da 2.15

55) De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid,

Dat is, God de Heere, gelijk Ps. 7:18, en Ps. 113:2, en Ps. 115:1, en Ps. 116:4.

Ps 7.17 113.2 115.1 116.4

56) Zijn is de wijsheid en de kracht.

Zodat zijn voornemen op generlei wijze kan tegenstaan of belet worden.

Copyright information for DutKant