Proverbs 16:14

36) [als]

Dat is, als boden verkondigende aan hem, op wien de koning vergramd is, dat hij moet sterven. Het getal van velen toont de zekerheid der boodschap, indien des konings gramschap niet gestild wordt; zie een exempel Esth. 7:7.

Es 7.7

37) die

Te weten, grimmigheid.

38) verzoenen.

Dat is, stillen en tot vrede brengen; zie exempelen 1 Sam. 24:10, enz. en 1 Sam. 25:32,33.

1Sa 24.9 25.32,33

Proverbs 20:2

6) eens konings

Te weten, welken een koning iemand in zijn toornigheid aanbrengt. Versta alzo de verschrikking der mensen; Gen. 9:2. De schrik Gods; Gen. 35:5. De schrik der Isra‰lieten; Deut. 2:25.

Ge 9.2 35.5 De 2.25

7) eens jongen leeuws;

Zie boven Spreuk. 19:12.

Pr 19.12

8) hem

Namelijk, den koning.

9) vergramt,

Te weten, met gramme en toornige redenen den koning bejegent.

10) tegen zijn ziel.

Dat is, tegen zijn leven, hetwelk hij in groot gevaar brengt. Vergelijk Num. 16:38, en 1 Kon. 2:23, en boven Spreuk. 8:36, mitsgaders de aantekening.

Nu 16.38 1Ki 2.23 Pr 8.36
Copyright information for DutKant