Proverbs 18:22
60) vrouw Te weten, een goede en godvrezende. Het woord goede moet men uit het volgende verstaan. Alzo onder Spreuk. 22:1, naam voor goede naam, idem Spreuk. 24:6, raadgevers voor goede raadgevers, en daar Spreuk. 24:20, beloning voor goede beloning, en Spreuk. 29:4 een koning voor een goed en wijs koning. Pr 22.1 24.6,20 29.4 61) getrokken Dat is, verkregen. Zie boven Spreuk. 8:35, en Spreuk. 12:2. Pr 8.35 12.2 Proverbs 22:1
1) naam Versta, een goede naam en eerlijke lof bij de mensen. Naam voor goeden naam. Het woord goed moet hier den zin geven uit het volgende lid van Spreuk. 22:1. Vergelijk boven Spreuk. 18:22. Pr 22.1 18.22 2) goede gunst Dat is, het goed gevoelen, dat vrome mensen van iemand hebben, en de goede genegenheid, die zij hem toedragen. Vergelijk boven Spreuk. 3:4; de aantekening op het woord gunst. Pr 3.4
Copyright information for
DutKant