‏ Proverbs 29:1

1) man,

Hebreeuws, een man der bestraffingen; dat is die veel en dikwijls bestraft wordt. Alzo een man der smarten, Jes. 53:3, voor dengene, die veel smarten lijdt. Een man der begeerten, Dan. 10:11 voor dengene, die zeer begeerd wordt.

Isa 53.3 Da 10.11

2) den nek

Zie Exod. 32:9.

Ex 32.9

3) zodat

Zie boven Spreuk. 6:15.

Pr 6.15
Copyright information for DutKant