Proverbs 3:11-12
22) de tucht Dit woord betekent wel de onderwijzing, die geschiedt met woorden, maar het wordt hier ook voor dadelijke straffen genomen. Zie onder Spreuk. 7:22. Alzo ook het woord tuchtigen, onder Spreuk. 9:7. Zie de aantekening. Pr 7.22 9.7 23) kastijding; Dit woord is ook niet alleen voor woordstraf genomen, gelijk onder Spreuk. 15:31,32, en Spreuk. 28:23, maar ook voor dadelijke straf, gelijk hier en Ps. 73:14, en Ps. 149:7; Hos. 5:9; alzo het woord bestraffen, Ps. 6:2. Pr 15.31,32 28.23 Ps 73.14 149.7 Ho 5.9 Ps 6.1 24) welbehagen Zie van de betekenis van het Hebreeuwse woord, 2 Sam. 24:23. 2Sa 24.23 Hebrews 12:5-10
19) En gij hebt vergeten Of hebt gij vergeten, enz.? vragenderwijze. 20) vermaning, Namelijk der wijsheid; Spreuk. 3;11,12. 21) de kastijding des Heeren, Het Griekse woord paideia betekent eigenlijk een kastijding die den kinderen tot hunne verbetering wordt aangedaan. 22) bestraft wordt; Of wedersproken, met woorden getuchtigd. 23) die Hij aanneemt. Dat is, voor zijn zoon erkent en houdt. 24) verdraagt, Namelijk lijdzaam, of gewillig, als voren. 25) zo gedraagt Zich God Dat is, zulks is u een zeker teken, dat gij rechte kinderen zijt, en dat God u die toezendt als een vader. Want de goddelozen worden ook wel van God gestraft, maar als van een rechter, en spreken dikwijls godslasteringen tegen den God des hemels in deze straffingen; zie Openb. 16:10,11; of vallen in wanhoop, gelijk Saul, Judas, enz. Re 16.10,11 26) als zonen, Namelijk ware en rechte kinderen. 27) bastaarden en niet zonen. Namelijk die de vaders dikwijls verre van zich doen, en voor wie zij geen rechte zorg menigmaal dragen, omdat zij hunne rechte erfgenamen niet zijn. 28) onzes vleses wel tot kastijders gehad, Dat is, onzer lichamen, gelijk de tegenstelling van den vader der geesten vereist. 29) den Vader der geesten Dat is, den vader der zielen, gelijk dit woord geesten ook hierna Hebr. 12:23 wordt gebruikt. En wordt God een Vader der geesten bijzonder genoemd, omdat onze zielen van Hem zonder middel in de lichamen worden geschapen. Zie hiervan ook Num. 16:22, en Num. 27:16; Pred. 12:7; Zach. 12:1. Heb 12.23 Nu 16.22 27.16 Ec 12.7 Zec 12.1 30) voor een korten tijd, Grieks voor weinige dagen; dat is, in de jaren onzer jonkheid. 31) Zijner heiligheid Want door het afsterven der zonde, en door de oefening der lijdzaamheid, nemen wij meer en meer toe in de heiligheid, waartoe de kastijdingen middelen en werktuigen zijn.
Copyright information for
DutKant