Proverbs 4:17
30) brood Versta door brood en wijn allerlei goed, dienende tot onderhouding van het tijdelijke leven. Alzo is het woord brood [gevoegd bij het woord water] genomen, onder Spreuk. 9:17, en alleen Spreuk. 20:17, en Spreuk. 30:8,22, en Spreuk. 31:14; Matth. 6:11. Pr 9.17 20.17 30.8,22 31.14 Mt 6.11 31) der goddeloosheid, Dat is, goed door ongerechtigheid gekregen; alzo in het volgende, wijn des gewelds, die door geweld gekregen is. Alzo onder Spreuk. 20:17, brood der valsheid, dat door valse middelen gekregen is, en Spreuk. 31:27, brood der luiheid, dat zonder arbeid gekregen is. Of, de zin is, dat ongerechtigheid en geweld te bedrijven hun zo aangenaam is als het eten en drinken; welke manier van spreken Christus gebruikt Joh. 4:34. Vergelijk Job 15:16, en de aantekening. Pr 20.17 31.27 Joh 4.34 Job 15.16 32) enkel geweld. Hebreeuws, gewelden, of roverijen. Proverbs 9:17
38) gestolen Versta hierdoor de valse leer, ijdele goederen en vergankelijke lusten, die de onwijsheid haren dienaren mededeelt. Zij worden genaamd gestolen wateren en verborgen brood, omdat zij vergeleken worden bij de heimelijke bijslaping dergenen, die in overspel leven. Want gelijk deze met veel listigheid en bedektheid gepleegd wordt, en daartoe het verdorven vlees in velen aangenamer is dan de zuivere bijeenkomst in den staat van het huwelijk, alzo is de leer niet dan listig bedrog en in het vergankelijk goed, dat zij belooft, een meerdere vermaking voor het vlees in deze wereld. Vergelijk onder Spreuk. 20:17, en Spreuk. 30:20, en de aantekening. Pr 20.17 30.20 39) verborgen Dat is het goed, dat kwalijk gekregen en kwalijk verteerd wordt; te weten, gekregen door heimelijke, valse en listige praktijken en verteerd door onnutte, schandelijke en overdadige werken, die zich voor het licht schamen. Brood, voor allerlei tijdelijk goed. Zie boven Spreuk. 4:17. Pr 4.17
Copyright information for
DutKant