Proverbs 4:4
9) en leef. Het is een bevel, hetwelk betekent ene belofte, alsof er stond: en gij zult leven. Vergelijk boven Spreuk. 3:25, en onder Spreuk. 4:13. Pr 3.25 4.13Proverbs 4:22
39) zij zijn Te weten, mijne woorden en redenen, van welken gesproken is boven Spreuk. 4:20. Pr 4.20 40) het leven Dat is, die het leven geven. Vergelijk boven, Spreuk. 4:13, en zie de aantekening. Pr 4.13 41) medicijn Dat is, het leven niet alleen gevende, maar ook in goeden welstand onderhoudende en allerlei onheil daarvan afkerende. Vergelijk boven Spreuk. 3:8, en onder Spreuk. 12:18, en Spreuk. 13:17. Pr 3.8 12.18 13.17 42) hun gehele Dat is, den gehelen mens, bestaande uit lichaam en ziel. Met lichamelijke goederen worden de geestelijke afgebeeld. Zo is vlees voor mens genomen, Gen. 6:12. Anders: het gehele vlees van een ieder derzelve. Ge 6.12
Copyright information for
DutKant