‏ Proverbs 8:15

31) stellen

Van dit woord komt een ander, betekenende wetgevers of wetstellers, Gen. 49:10; Deut. 33:21; Richt. 5:14.

Ge 49.10 De 33.21 Jud 5.14

32) gerechtigheid.

Dat is, goede en rechtvaardige wetten, naar welke de onderdanen moeten geregeerd worden.

‏ Daniel 4:32

90) te smaken geven,

Dat is, te eten geven.

91) zeven tijden over u voorbijgaan,

Zie boven de aantekening Dan. 4:16.

Da 4.16
Copyright information for DutKant