Proverbs 8:35

71) trekt

Of, behaalt; dat is, verkrijgt gunst en genade bij den Heere. Zie dezelfde manier van spreken onder Spreuk. 12:2, en Spreuk. 18:22.

Pr 12.2 18.22

Proverbs 12:2

3) goede

Dat is, die tot het goede genegen is en het doet.

4) een welgevallen

Zie boven, Spreuk. 8:35.

Pr 8.35

5) van

Dat is, die boosheid verzint en voorneemt in zijn hart, of ook metterdaad uitvoert. Vergelijk Ps. 5:7.

Ps 5.6

6) schandelijke

Het Hebreeuwse woord is hier in het kwade genomen. Zie van hetzelve Job 21:27; idem vergelijk onder Spreuk. 14:17.

Job 21.27 Pr 14.17

7) Hij

Namelijk, de Heere.

8) verdoemen.

Dat is, verklaren goddeloos te zijn en strafwaardig. Zie van het Hebreeuwse woord Deut. 25:1, en Job 10:2.

De 25.1 Job 10.2
Copyright information for DutKant