Psalms 10:11

25) heeft het

Hebr. heeft vergeten; te weten, deze lieden, of de zaak van degenen, die ik voorheb te plagen; dat zijn de ellendigen van dewelken de profeet integendeel in het volgende Ps. 10:12 bidt, dat God hunner niet wil vergeten.

Ps 10.12

Psalms 10:13

29) Waarom

Hij wil zeggen: Waarom laat Gij toe dat hij U alzo lastert?

30) lastert

Of, tergt.

31) zoeken?

Als boven Ps. 10:9, Ps. 10:13, en onder Ps. 10:15. Of, hij zegt in zijn hart: Gij zult, enz.

Ps 10.9,13,15

Psalms 14:1

1) opperzangmeester.

Zie Ps. 4:1.

Ps 4.1

2) De

Verg. den 53ste Ps. Ps. 53:

3) dwaas

Zie 1 Sam. 25:25.

1Sa 25.25

4) zegt in

Dat is, denkt bij zichzelven; gelijk boven Ps. 10:6; hoewel hij zich uiterlijk somtijds anders voordoet. Verg. Job 21:14.

Ps 10.6 Job 21.14

5) verderven

Of, zij hebben [zichzelven of hunnen weg] verdorven. Verg. Gen. 6:12; Exod. 32:7; Deut. 31:29.

Ge 6.12 Ex 32.7 De 31.29

6) zij maken

Of, zij maken zichzelven gruwelijk [met] hun handel.

Copyright information for DutKant