Psalms 101:5
10) achterklapt, Hebr. betongt; dat is, met zijne tong kwetst, hetwelk de achterklappers doen. Ps. 140:12, staat: Een man der tong; dat is, een achterklapper. Ps 140.11 11) trots Hebr. breed, of wijd van hart; dat is stout en trots van gemoed; gelijk Spreuk. 21:4. Pr 21.4 Proverbs 21:4
6) Hoogheid Zie boven Spreuk. 6:17. Pr 6.17 7) trotsheid Hebreeuws, breedheid des harten; dat is stoutheid en grootsheid des harten. Zie Ps. 101:5, en de aantekening. Ps 101.5 8) ploeging Dat is, het bedrijf. Versta, al wat zij heimelijk verzinnen en openbaarlijk in het werk stellen; alzo is het woord smeden genomen. Zie boven Spreuk. 3:29, waar het Hebreeuwse woord ook ploegen kan overgezet worden. Of aldus: Hoogheid der ogen en breedheid des harten zijn de ploeging, of het bedrijf der goddelozen, [en] zonde. Anders: de lamp der goddelozen; dat is hun welvaren en voorspoed, is zonde. Pr 3.29
Copyright information for
DutKant