‏ Psalms 103:21

22) zijne dienaars,

De engelen worden Gods dienaren genoemd, Ps. 104:4; Dan. 7:10. Deze titel wordt ook den mensen gegeven; Jes. 61:6.

Ps 104.4 Da 7.10 Isa 61.6

‏ Isaiah 45:12

35) Ik heb de aarde gemaakt,

Alsof God zeide: Het zal mij aan de macht niet ontbreken ulieden uit Babel te verlossen, dewijl Ik die almachtige God ben, die den hemel en de aarde uit niet geschapen heeft.

36) al hun heir

Te weten de zon, maan, sterren. Zie Gen. 2:1.

Ge 2.1
Copyright information for DutKant