‏ Psalms 106:31

47) tot gerechtigheid

Dat is, tot een wettelijke, goede en loffelijke daad, door ingeving van den Heilige Geest, alhoewel buiten zijn gewoon beroep gedaan, God hem zulks genadiglijk beloonde, Num. 25:11, enz. waardoor hij ook getuigenis verkreeg dat hij een kind Gods was.

Nu 25.11

‏ Romans 4:3

5) geloofde God,

Dat is, de beloften Gods van Hem een schild en groot loon te zullen zijn, en van Hem een erfgenaam te geven, en Zijn zaad te vermenigvuldigen, Gen. 15:1,4,5,6, waardoor niet alleen een vleselijk zaad, maar inzonderheid Christus verstaan wordt, de zoon Abrahams, in welken alle geslachten der aarde zouden gezegend worden. Zie hierna Rom. 4:11,12,13, gelijk ook Paulus verklaart Gal. 3:16. Zie ook Joh. 8:56.

Ge 15.1,4,5,6 Ro 4.11,12,13 Ga 3.16 Joh 8.56

6) het is hem gerekend

De Hebreeuwse tekst Gen. 15:6 zegt: en Hij, namelijk God, heeft het hem gerekend. Doch het is enerlei zijn, waardoor verstaan wordt dat God hem de gerechtigheid, die hij in zichzelven niet had, door het geloof op het beloofde zaad uit genade heeft geschonken.

Ge 15.6

‏ Galatians 3:6

21) Abraham Gode

Zie van dit voorbeeld Gen. 15:6, en Rom. 4:3, enz.

Ge 15.6 Ro 4.3

‏ James 2:23

68) de Schrift is

Dat is, door dat werk heeft hij betoond waarachtig te zijn, hetgeen de Schrift van hem zegt, dat hij door het geloof gerechtvaardigd was, daar uit dit werk blijkt, dat hij het ware rechtvaardigmakende geloof had, en door het geloof voor God gerechtvaardigd is; en hier blijkt ook, dat Jakobus de rechtvaardigmaking voor God eigenlijk niet aan de werken maar aan het geloof, dat door de werken zich betoont, toeschrijft.

69) het is hem tot

Zie de verklaring hiervan Rom. 4:3.

Ro 4.3

70) hij is een vriend

Deze woorden worden Gen. 15 niet gevonden, maar de zaak kan genomen worden uit hetgeen gezegd wordt Gen. 22:12,16,18, en wordt zo genoemd, 2 Kron. 20:7; Jes. 41:8.

Ge 22.12,16,18 2Ch 20.7 Isa 41.8
Copyright information for DutKant