Psalms 109:2

4) de mond des

Dat is, de bedriegelijke mond, verstaande daarbij de bedriegelijke, loze mensen.

5) zij hebben met mij gesproken

Te weten, die bedriegers in Sauls hof en dergelijke anderen; door welken de vijanden van den Heere Christus, en inzonderheid van Juda, zijn afgebeeld.

Proverbs 12:19

57) Een waarachtige

Hebreeuws, lip der waarheid; dat is die de waarheid spreekt. Alzo lip der vleiing; die vleiing spreekt, Ps. 12:3; lippen der valsheid, die valsheid spreken; Ps. 31:19; lippen der wetenschap, die wetenschap voortbrengen, onder Spreuk. 14:7; alzo terstond in Spreuk. 12:19, tong der valsheid, of der leugen, voor een tong, die valsheid of leugen spreekt; idem, onder Spreuk. 12:22; idem, lippen der gerechtigheid, die gerechtige redenen voorstelt; onder Spreuk. 16:13.

Ps 12.2 31.18 Pr 14.7 12.19,22 16.13

58) bevestigd

De waarheid [en vervolgens die dezelve spreekt] blijft staande, en is altijd vast in zichzelve, ofschoon ze tegengesproken wordt.

Proverbs 21:6

12) Te arbeiden

Hebreeuws, het werk der schatten; dat is de arbeid, die gedaan wordt om veel goeds bijeen te rapen.

13) valse tong,

Hebreeuws, tong der valsheid; dat is die met valsheid en bedrog omgaat. Versta hieronder alle ongerechtigheid. Vergelijk boven Spreuk. 6:17, en de aantekening.

Pr 6.17

14) voortgedrevene

Versta, ijdelheid, die zeer onwaardig, nietig en vruchteloos is, zijnde te vergelijken bij kaf en stof, dat uit oorzaak zijner lichtheid door een sterken wind herwaarts en derwaarts verwaaid wordt.

15) die den dood

Dat is, die zich in gevaar der tijdelijke en eeuwige straffen begeven.

Copyright information for DutKant