Psalms 115:4-7

5) afgoden zijn zilver

Zie de aantekening bij 1 Sam. 31:9, en 2 Sam. 5:21.

1Sa 31.9 2Sa 5.21

Habakkuk 2:18

86) Wat zal het

Hier bestraft de profeet de afgoderij der Chalde‰n, die zich op hunne afgoden en beelden verlieten. Van de beelden en afgoden wordt breder gesproken Jes. 40,44,46; Jer. 2:8,11 en Jer. 16:19, en elders meer.

Jer 2.8,11 16.19

87) hetwelk een

Of, dat is de leugenleraar, of leraar der leugens, Jer. 10:8,14; Zach. 10:2.

Jer 10.8,14 Zec 10.2

88) dat de formeerder

Dat is, dat hij zo gek is, dat hij hetgeen hij zelf gemaakt heeft, waar leven noch spraak in is, voor zijnen god houdt en zijn vertrouwen daarop stelt.

Copyright information for DutKant