Psalms 12:8

20) zult hen bewaren;

Versta, de vromen en onschuldigen, tegen de praktijken der goddelozen, die om hen gaan als briesende leeuwen.

21) zult hen behoeden

Hebr. zult hem behoeden; dat is, elkeen van hen.

22) geslacht,

Dat is, voor deze boze mensen, die in deze tijd tezamen leven, gelijk Deut. 1:35, verg. Matth. 11:16 met Luk. 7:31, en Matth. 12:42 met Luk. 11:31. Het Hebr. woord Dor heeft de betekenis van duren, een durenden of langen tijd wonen of blijven, [zie Ps. 84:11] en wordt voorts genomen voor eens mensen leeftijd op aarde, Pred. 1:4, en wijders voor een menigte van mensen, die op ‚‚n tijd of tezamen leven, zo bozen, gelijk hier elders, als vromen, onder Ps. 14:5, en Ps. 73:15, enz.

De 1.35 Mt 11.16 Lu 7.31 Mt 12.42 Lu 11.31 Ps 84.10 Ec 1.4 Ps 14.5 73.15

Psalms 22:12

Copyright information for DutKant