‏ Psalms 140:12

22) Een man van

Dat is, een kwaadspreker of snapper, die zijne tong tot zijn wil heeft, die gebruikende en misbruikende naar zijn welgevallen. Alzo staat er Zie de aantekening bij Job 11:2, een man der lippen. bij Exod. 4:10, een man der woorden; bij Job 22:8, een man der wapenen.

Job 11.2 Ex 4.10 Job 22.8

23) een boos man

Anders: een man des gewelds is boos.

24) zal men jagen,

Dat is, hij zal eindelijk door zijn eigen boosheid en kwade daden in het verdriet callen, gelijk een wild dat gejaagd wordt, nadat hij hier en daar gelopen heeft, eindelijk ten verderve komt.

25) totdat hij

Hebr. tot nederstotingen, of verdrijvingen.

‏ John 3:17

30) veroordelen zou,

Grieks oordelen; dat is veroordelen of verdoemen.

31) de wereld door Hem

Dat is, die uit de wereld in Hem zullen geloven, zowel heidenen als Joden.

‏ John 5:24

24) heeft het eeuwige

Dat is, heeft daarvan het beginsel en vaste zekerheid; Rom. 8:24; Ef. 2:6; 1 Joh. 3:2.

Ro 8.24 Eph 2.6 1Jo 3.2

25) de verdoemenis,

Grieks oordeel; dat is veroordeling.

Copyright information for DutKant