Psalms 143:3

6) Want de

Deze woorden hangen aan het eerste vers van deze psalm. Zie Ps. 143:1.

Ps 143.1

7) vijand vervolgt

Te weten, Saul met zijn aanhang.

8) mijn ziel,

Dat is, mijn leven, of persoon, gelijk Ps. 6:4.

Ps 6.3

9) hij vertreedt

Dat is, hij tast mij zo hard aan dat ik nauwelijks leven in mij heb; of, hij zal mij en de mijnen haast vertreden, tenzij dat God ons uit zijne handen verlost.

10) mijn leven ter

Anders: mijn rot, mijn bende; dat is, allen die bij mij zijn. Zie Ps. 141:7.

Ps 141.7

11) hij legt mij

Dat is, hij maakt dat ik en degenen, die bij mij zijn, in duistere hoeken en gaten ons moeten verkruipen en verbergen. Want David had, met zijn krijgsvolk, zijn verblijf in een spelonk; Ps. 142:1.

Ps 142.1

12) als degenen,

Alsof hij zeide: Wij kruipen in holen en spelonken ie en onder de aarde, gelijk zijnde dengenen, die voorlang gestorven zijn en onder de aarde begraven liggen.

Psalms 143:7

19) verberg Uw

Dat is, wijk niet van mij en verlaat mij niet.

20) dengenen,

Dat is, dengenen die haast sterven zullen Ps. 28:1, en Ps. 88:5.

Ps 28.1 88.4
Copyright information for DutKant