‏ Psalms 147:19-20

31) Hij maakt

De zin is: Een ieder kan uit de bovenverhaalde werken wel afnemen hoe groot de macht Gods is; maar Hij doet zijne kerk nog veel grotere genade, haar gevende zijne wet en heilige geboden, om haar leven naar dezelve aan te stellen.

32) Jakob Zijn

32) Isra‰l Zijn

Deze beide woorden betekenen het Joodse volk.

33) Alzo heeft Hij

Anders: Alzo heeft Hij geen heidenen gedaan. Hebr. allen volk, of alle heidenen niet, enz. In dusdanige manier van spreken wordt alle niet meermalen gebruikt voor gene, gelijk Ps. 103:2, en Ps. 143:2.

Ps 103.2 143.2

34) en Zijn rechten,

Anders: daarom kennen zij zijne rechten niet.

35) Hallelujah!

Met dit woord begint en eindigt deze psalm, gelijk ook doen de psalmen Ps. 146: en Ps. 148: en Ps. 149: en Ps. 150.

‏ Acts 7:38

61) vergadering [des

Of, gemeente. Dit is de vergadering des volks geweest, die beschreven wordt Exod. 19, en in enige volgende hoofdstukken.

62) den Engel,

Namelijk de Zoon Gods, Hand. 7:30.

Ac 7.30

63) levende

Dat is, den weg ten leven aanwijzende.

64) woorden ontving,

Dat is, uitspraken of aanspraken Gods, waarmede Hij zijnen wil verklaarde.

Copyright information for DutKant