Psalms 149:6-9

10) De verheffingen

Dat is, de lofzangen, waarmede zij de heerlijke werken Gods verheffen zullen. Anders: de opheffingen; te weten, der stem, dat is, de predikati‰n van het goddelijke Woord.

11) zullen in hun

Dat is, zullen overluid uitgesproken of uitgeroepen worden, gelijk Jes. 58:1.

Isa 58.1

12) een tweesnijdend

Hebr. het zwaard der monden; dat is, met twee monden of scherten, gelijk de aantekening bij Richt. 3:16. Dit tweesnijdend zwaard is Gods Woord, en komt uit den mond van Christus, en met dit zwaard overwinnen de gelovige de duivel, de wereld en de geweldigen der wereld; 2 Cor. 10:4; Ef. 6:17; Hebr. 4:12; Openb. 1:16.

Jud 3.16 2Co 10.4 Eph 6.17 Heb 4.12 Re 1.16
13) wraak te doen

Te weten, met woorden, gelijk Joh. 16:8, enz.

Joh 16.8

14) bestraffingen

Dit geschiedt met te prediken tegen de heidenen en de ongelovige afgoderij en goddeloosheid, gelijk Hand. 14:1, en Hand. 17:16,17,22, enz. Verg. dit met Jes. 41:15, en met 2 Cor. 10:4,5.

Ac 14.1 17.16,17,22 Isa 41.15 2Co 10.4,5
15) te binden met

Te weten, door strafpredikati‰n en met inbinding hunner zonden, hen alzo brengende onder het juk en de onderdanigheid van het heilige Evangelie. Zie Jes. 45:14; Ps. 2:3; Mark. 6:20; Hand. 24:26; Openb. 21:24.

Isa 45.14 Ps 2.3 Mr 6.20 Ac 24.26 Re 21.24
16) het beschreven recht

Dat is, om hen vrij te spreken van hunne afgoderij en andere zonden, indien zij zich oprecht bekeren. Maar indien zij zich oprecht bekeren. Maar indien zij in hunne goddeloosheid blijven steken, hun den dood en de eeuwige verdoemenis te verkondigen, naar inhoud van het woord Gods, in de boeken der heilige Schrift geopenbaard.

Micah 5:6

35) dauw van den HEERE,

Omdat uit Jakobs overblijfsel Christus [naar het vlees] en zijne apostelen, en voorts uit de algemene kerk leraars zouden voortkomen, die door de predikatie van het Evangelie van de zaligmakende genade, vele volken zouden bedruipen en overgieten als met een hemelsen dauw en lieflijke regendroppelen, waarbij de Geest des Heeren [wiens werk dat alleen is] alzo zou werken in de harten der uitverkorenen, dat er menigten van gelovigen ter ere Gods zouden opschieten, of geboren worden, wassen, groeien en bleoien, enz. Verg. Ps. 110:3; Jes. 26:19, en Jes. 66:8,9; Ezech. 47:7 met de aantekening, enz.; idem 1 Cor. 3:6,7.

Ps 110.3 Isa 26.19 66.8,9 Eze 47.7 1Co 3.6,7

36) geen man wacht,

Dat is, zodat dit gewas louter en alleenlijk een werk Gods zal zijn ven boven. Verg. Job 38:26,27, met de aantekening.

Job 38.26,27

Micah 5:9

41) paarden uit het midden van u zal uitroeien,

De Heere wil hier en in het volgende zeggen dat Hij alles, waarmede zijn volk Hem nu zolang onteerd en vertoorn had, zal wegnemen, te weten den vleselijken arm, allen ijdelen, afgodischen en duivelsen toeverlaat; en zijne kerk alzo heiligen, dat zij zich op Hem alleen verlate, Hem alleen godsdienstig ere en diene, en onder zijne bescherming zeker zijnde, door zijne macht en oordelen over al hare vijanden zegeviere. Verg. Hos. 1:7, en Hos. 14;4 met de aantekening.

Ho 1.7

2 Corinthians 10:4-6

11) de wapenen van onze

Dat is, de middelen, die wij gebruiken om door het Evangelie van Christus de mensen te bekeren, en onder het rijk en de gehoorzaamheid van Christus te brengen.

12) vleselijke, maar

Dat is, zulke als de natuurlijke mensen plegen te gebruiken, om anderen •f met welsprekendheid, •f met bedriegerij, •f met geweld onder zich te brengen.

13) krachtig door God,

Gr. Gode krachtig; dat is, door de kracht, die God daar bijvoegt, zo in het doen van wondertekenen, Mark. 16:20, als in het bewegen en overtuigen van de harten door Zijnen Geest, Hand. 16:14, en ook mede in het straffen van degenen, die zulks zochten te wederstaan. Zie een voorbeeld in Bar-Jesus,

Mr 16.20 Ac 16.14

14) der sterken;

Alzo noemt de apostel al wat de Satan en de wereld, hetzij met vervolgingen, hetzij met wereldse wijsheid en welsprekendheid, voorwerpt om den loop des Evangelies te stuiten, gelijk de twee navolgende verzen verklaren. Zie ook Jer. 1:10,18,19.

Jer 1.10,18,19
15) de overleggingen ter

Namelijk die de natuurlijke rede des mensen voortbrengt, om het Evangelie zijn aanzien te benemen.

16) nederwerpen, en alle

Dat is, Christus en Zijn woord onderwerpen. Want de rede des mensen moet geen richter zijn over het Evangelie, maar zich daaronder buigen en gevangen geven; gelijk de volgende woorden ook verklaren.

17) hoogte, die zich

Namelijk van aanzienlijke wijsheid of kloekheid.

18) Christus;

Dat is, des Evangelies van Christus, hetwelk dengenen, die verloren gaan, wel dwaasheid is, maar dengenen, die behouden worden, is het de macht Gods, 1 Cor. 1:18.

1Co 1.18
19) te wreken alle

Dit spreekt de apostel niet van enige uitwendige of wereldse wraak. Want die heeft Christus Zijnen apostelen verboden, Matth. 20:25, en Matth. 26:52; maar van de verkondiging der wraak Gods over de hardnekkigen en van het oefenen des kerkelijken bans tegen degenen, die zich voor leden der gemeente uitgevende, nochtans onchristelijk leren of leven.

Mt 20.25 26.52

20) vervuld zijn.

Dat is, volbracht, of ten volle bewezen zijn. En dit zegt de apostel tot verzachting van het voorgaande dreigement, om hen tot voorkomen van deze straf, door verbetering van zulke ergernissen, te bewegen; overmits daar ook behoorlijke tijd en middel tot bekering aan zulken moet gegeven worden eer de uiterste straf mag worden gebruikt.

Copyright information for DutKant