Psalms 2:3
6) hunne banden: Te weten, van God en zijn Gezalfde, mitsgaders van hunne dienaars, waarmede zij ons onder het juk van Christus en de gehoorzaamheid zijns Evangelies willen verbinden. Verg. 2 Cor. 10:5. Banden waren een teken van onderwerping of dienstbaarheid. Zie Ps. 107:14. Jer. 2:20. Jer. 27:2,3,5,6. 2Co 10.5 Ps 107.14 Jer 2.20 27.2,3,5,6 7) verscheuren Of, aftrekken, afrukken; alzo Jer. 5:5. Jer 5.5Isaiah 45:14
45) De arbeid Dat is, de rijkdom, dien de Egyptenaars met hun arbeid gewonnen en vergaderd hebben. 46) de koophandel Dat is, het geld dat zij met koophandel gewonnen hebben. 47) der mannen Hebreeuws, mannen van maat; dat is grote sterke mannen. Zie Num. 13:32. Nu 13.32 48) tot u overkomen, O Jeruzalem, dat is, tot u, mijn volk, te weten nadat zij de Christelijke religie zullen hebben aangenomen. 49) zij zullen de uwe zijn, Te weten die volken. 50) in boeien Overwonnenn zijnde niet met zwaard of spies, of met uiterlijk geweld, maar door de kracht der hemelse waarheid, en van den Heiligen Geest in hunne conscientin overtuigd zijnde. 51) Gewisselijk, Anders: God is alleen bij u, of in u, o gij stad Gods. Versta hier, vooreerst Jeruzalem, daarna de Christelijke kerk.Mark 6:20
21) hield hem in waarde; Of, bewaarde hem. 22) hoorde hem gaarne. Namelijk in het eerst, want daarna opgemaakt zijnde door Herodias, zocht hij hem te doden, hoewel hij zulks liet uit vrees voor het volk, totdat deze gelegenheid voorkwam; Matth. 14:5. Mt 14.5Acts 24:26
35) geld gegeven Namelijk alzo hij een geldgierig man was, en wist dat Paulus zeer aangenaam was bij de Christenen, die geen geld zouden sparen om hem los te krijgen.Revelation of John 21:24
49) in haar licht Dat is, der heerlijkheid van de gehele gemeente ook deelachtig zijn, gelijk Christus zegt Matth. 8:11, dat zij met Abraham, Izak en Jakob zullen aanzitten in het koninkrijk Gods. Mt 8.11 50) de koningen Namelijk die gelovig zijn geworden. En deze woorden zijn ook genomen uit Jes. 60:3. Isa 60.3 51) brengen hun Niet dat deze koninklijke macht daar nog zal duren, want het tegendeel betuigt Paulus 1 Cor. 15:24; maar dat zelfs de koningen, die hier in grote heerlijkheid zijn geweest, hun deel ook zullen hebben in de heerlijkheid dezer gemeente, in zulk een mate als God hun zal gelieven mede te delen. 1Co 15.24
Copyright information for
DutKant