Psalms 2:9

21) scepter

Of, staf, dat is, met uw Goddelijke macht en rechtvaardige oordelen zult Gij de ongehoorzamen en wederspannigen verdoen.

22) in stukken

Alzo, dat de stukken hier en daar verstrooid worden. Zie Richt. 7:19. en verg. Jes. 30:14. Jer. 13:13. enz.

Jud 7.19 Isa 30.14 Jer 13.13

23) pottenbakkersvat

Hebr. eens formeerders, dat is, pottenbakkers.

Psalms 45:5

13) rijd

Hebr. wees voorspoedig, rijd. Verg. de manier dezer samenvoeging van twee woorden, met 1 Sam. 2:3; Ps. 51:4, en Ps. 55:8, en Ps. 106:13; Hos. 6:3, enz.

1Sa 2.3 Ps 51.2 55.7 106.13 Ho 6.3

14) op het

Anders, ter oorzaak van de waarheid, om de zaak der waarheid.

15) woord

Alzo wordt de leer des Evangelies genoemd; 2 Cor. 6:7; 2 Tim. 2:15; Jak. 1:18.

2Co 6.7 2Ti 2.15 Jas 1.18

16) rechtvaardige

Hebr. zachtmoedigheid, gerechtigheid, dat is, zachtmoedigheid der gerechtigheid, of rechtvaardige zachtmoedigheid, dat is zachtmoedigheid die met gerechtigheid vergezelschapt is, of [met] zachtmoedigheid en gerechtigheid.

17) vreeslijk

Dat is, gij zult door uwe macht vreeslijke dingen doen; Gij zult ze tonen en bewijzen voor geheel de wereld en vreeslijke oordelen tegen de vijanden der waarheid uitvoeren. Verg. het volgende Ps. 45:6, en Ps. 2:9, en Ps. 110:5,6; of lere u vreeslijke dingen.

Ps 45.5 2.9 110.5,6

Psalms 110:5-6

21) De HEERE is aan

Te weten, de Heere Jezus Christus, die aan uw rechterhand gezeten is, en alzo spreekt hier nu David God den Vader aan; of hij spreekt het volk Gods aan, hetzelve belovende dat Christus de Heere hen zal bijstaan en verdedigen, gelijk Ps. 16:8, en Ps. 109:31.

Ps 16.8 109.31

22) Hij zal

Hebr. Hij heeft koningen verslagen; een profetische wijze van spreken.

23) koningen

Versta hier, zulke koningen en prinsen, die zich tegen Christus verzetten en zijne kerk vervolgen, gelijk Ps. 2:9,12.

Ps 2.9,12

24) verslaan

Hebr. doorsteken.

25) ten dage Zijns toorns.

Dat is, ten tijde wanneer God bestemd heeft dat zijn toorn zal uitbarsten.

26) Hij zal recht doen

Dat is, Hij zal de vervolgers van zijn volk straffen.

27) vol dode lichamen

Te weten, zijner vijanden, die in den slag zullen omkomen. Verg. Ps. 45:5.

Ps 45.4

28) dengene, die het

Sommigen verstaan door deze woorden den antichrist, heersende over vele landen, ja den duivel zelf; anderen duiden het op de boze regeerders in het algemeen.

Copyright information for DutKant