Psalms 20:4-6
7) gedenke Anders, Hij rieke; dat is, Hij neme aan, houde voor aangenaam, gedenkende aan zijne beloften en uwe gebeden. Zie Lev. 2:2; Hos. 14:8. Le 2.2 Ho 14.7 8) as. Tonende met enig teken dat het Hem aangenaam is. Zie Lev. 9:24; 1 Kron. 21:26, en 2 Sam. 24:23. Anders, Hij make uw brandoffer vet; dat is, Hij late het zich aangenaam zijn, als wezende uit een oprechte liefde van het beste geofferd. Le 9.24 1Ch 21.26 2Sa 24.23 9) Sela. Zie Ps. 3:3. Ps 3.2 10) hart Dat is, naar uwe wens, dat uw voornemen wel mag gelukken. 11) vervulle Dat is, volbrenge, als in het volgende. 12) Wij Hier verklaart de gemeente haar vertrouwen van de verhoring en overwinning. 13) uw heil Dat is, o koning, van God zult ontvangen; of dat Gij, o God, onzen koning zult geven; of uwe overwinning [en alzo in het volgende] die u God verlenen zal. Zie 2 Sam. 8:6. 2Sa 8.6 14) opsteken Of, laten vliegen, voeren; tot een teken van goeden moed en vertrouwen van victorie en triomf, en dat ter ere van onzen God en den schrik onzer vijanden. Verg. Ps. 60:6; Hoogl. 2:4, en Hoogl. 5:10, en Hoogl. 6:4; idem Num. 2:2,3, enz., Zie de aantekening bij Num. 2:2,3. In het het Hebr. is een woord, alsof men zeide: wij zullen vaandeleren. Ps 60.4 So 2.4 5.10 6.4 Nu 2.2,3,2,3 15) vervullen Of, zal vervullen. Psalms 21:1-2
1) opperzangmeester. Zie Ps. 4:1. Ps 4.1
Copyright information for
DutKant