‏ Psalms 22:16

23) kleeft

Zodat ik kommerlijk spreek. Zie Job 29:10. Ps. 137:6. Ezech. 3:26. of vanwege droogte en groten dorst. Zie Joh. 19:28.

Job 29.10 Ps 137.6 Eze 3.26 Joh 19.28

24) des doods.

Dat is, in zulken staat, dat ik ben als een dode, dien men zal mogen begraven. Sommigen houden het voor ene gelijkenis, genomen van kampioenen, die uitgeworsteld hebbende en gans krachteloos geworden zijnde, in het stof, als doden, daarheen vallen.

‏ Psalms 59:14-15

30) Verteer

Allengskens door verscheidenen plagen, uit verg. van Ps. 59:12.

Ps 59.11

31) weten

Dat is, gewaarworden, bevinden.

32) Jakob,

Onder Gods volk, Isra‰l.

33) Laat

Hier herhaalt de profeet vast dezelfde woorden, die boven Ps. 59:7. staan, maar spottenderwijze, uit een heilig vast vertrouwen van Gods rechtvaardige vergelding, die zijne vijanden zou wedervare.

Ps 59.6
Copyright information for DutKant