‏ Psalms 25:18

28) Aanzie mijne ellende

Genadiglijk en met medelijden, en help mij, gelijk Deut. 26:7. Zie Gen. 16:13, enz.

De 26.7 Ge 16.13

29) neem weg

Dat is, vergeef. Het Hebr. woord betekent eigenlijk opheffen, dragen, op- of wegnemen, en wordt voorts gebruikt van vergeving der zonden. Verg. Ps. 32:1, met Rom. 4:7; versta, om Christus' wil, die gezegd wordt onze zonden gedragen en weggenomen te hebben, Joh. 1:29; 1 Petr. 2:24. Wat anders is het als iemand gezegd wordt zijn eigen zonden of ongerechtigheid te dragen. Zie daarvan Lev. 5:1.

Ps 32.1 Ro 4.7 Joh 1.29 1Pe 2.24 Le 5.1

‏ Psalms 32:1

1) onderwijzing

Hebr. Maskijl, dat is, onderwijzer, die verstand geeft, verstandig maakt; dat is, een onderwijs, of leerpsalm; alzo genoemd vanwege de nodige en gewichtige leer, die daarin begrepen is. Dezen titel hebben ook verscheidene andere psalmen, die tot een bijzonder onderwijs en stichting, zo voor den dichter zelf, als voor de ganse kerk gemaakt zijn.

2) Wegelukzalig

Zie de verklaring dezer leer, Rom. 4:6,7, enz.; 2 Cor. 5:19,21.

Ro 4.6,7 2Co 5.19,21

3) vergeven,

Of, weggenomen. Welke manier van spreken ook in het Nieuwe Testament gebruikt wordt. Zie boven Ps. 25:18, en verg. Hebr. 9:28; Hebr. alsof men zeide: Verlicht, of vergeven van overtreding, of een vergeven der overtreding, bedekt van zonde; welke Hebr. manier van spreken zulks betekent, gelijk in den tekst staat.

Ps 25.18 Heb 9.28
Copyright information for DutKant