Psalms 26:9

11) Raap

Hebr. verzamel niet, dat is hier, verzamelende raap niet weg; gelijk men eerst verzamelt hetgeen men daarna op- en wegneemt. De zin is, breng mij niet om met de goddelozen, met wier doen ik toch gene gemeenschap heb, gelijk volgt. Alzo wordt Het Hebr. woord, dat verzamelen betekent, gebruikt voor wegrapen; Gen. 30:23; Jes. 4:1; Jer. 8:13, en Jer. 16:5; en voorts van sterven, omkomen, het leven verliezen. Zie Richt. 18:25; 1 Sam. 15:6; Jes. 57:1; Ezech. 34:29. Verg. ook Ps. 28:3, en Gen. 25:8. Somtijds wordt het ook gebruikt van gunstig opnemen in huis, of onderdak of deksel nemen, innemen, aannemen. Zie Num. 12:14; Joz. 20:4; Richt. 19:15; Ps. 27:10; Jer. 47:6, en verg. Matth. 23:37.

Ge 30.23 Isa 4.1 Jer 8.13 16.5 Jud 18.25 1Sa 15.6 Isa 57.1 Eze 34.29 Ps 28.3 Ge 25.8 Nu 12.14 Jos 20.4 Jud 19.15 Ps 27.10 Jer 47.6 Mt 23.37

12) mannen

Hebr. der bloede, dat is, bloedgierigen, moorddadigen, gelijk Ps. 5:7. Zie aldaar.

Ps 5.6

Ezekiel 16:37

111) boelen vergaderen,

Uit hetwelk het heirleger der Babyloni‰rs bestond.

112) vermengd zijt geweest,

Te weten in geestelijke afgoderij, zowel der goddeloze verbonden als der valse godsdiensten. Anders: wellust of vermaak genomen, of gedreven hebt, of wellustig geweest zijt, of het zoet gehad hebt.

113) uw naaktheid ontdekken,

Of, uwe schaamte. Dit betekent de snoodste en laagste schande, die men iemand zou mogen voor de mensen aandoen. Vergelijk 2 Sam. 10:4; Jes. 20:4, en Jes. 47:3; Jer. 13:22,26; Nah. 3:5.

2Sa 10.4 Isa 20.4 47.3 Jer 13.22,26 Na 3.5
Copyright information for DutKant